In het vorig deel over het etiket gaf ik een overzicht van alle soorten vermeldingen die je erop kan vinden. Daarna ging ik dieper in op de ingrediënten en de additieven.
In deze post bespreek ik nog twee van de interessantste vermeldingen: de voedingswaarden en de houdbaarheid.
In de lerarenopleiding werd me duidelijk dat niet iedereen op dezelfde manier leert en informatie opneemt. Daarom geef ik voor de twee onderdelen aan jou de keuze tussen bijvoorbeeld een tekst, een filmpje of een overzichtelijke figuur. Kies er eentje uit per deel, ze bevatten ongeveer dezelfde info!
Ik heb daarnaast weer een quiz voorzien waarmee je je eigen ‘niveau’ eens kan testen. Je kan deze doen om jouw kennis te testen. Of je kan na het lezen van deze post eens zien of je alles goed begrepen hebt.
Mini-quiz
1 Vermelding voedingswaarden
Optie 1: filmpje
Optie 2: tekst:
Waar vind je hoeveel energie bijvoorbeeld een portie chips levert? En hoeveel eiwitten, koolhydraten en vetten zitten erin?
Die gegevens kan je dus ook terugvinden op de verpakking. Voorverpakte producten moeten dit verplicht vermelden. Voor een stuk vers fruit zoals een appel moet dat bijvoorbeeld niet. Dat soort producten zijn niet verwerkt en worden verondersteld altijd ongeveer dezelfde voedingswaarden te hebben, onafhankelijk van het merk. Deze voedingswaarden kan je opzoeken via het web of een voedingswaardetabel.
Dankzij deze tabel kan je relatief gemakkelijk verpakte producten vergelijken. Niet alle merken en varianten zijn even gezond. Met behulp van deze info heb ik ook mijn vorige post geschreven: De 7 minst ongezonde ijsjes
Meestal kiest men voor een tabel zoals in bovenstaande afbeeldingen, maar soms kiest de producent voor een minder overzichtelijke oplijsting…
Per 100g, 100ml of per portie
De voedingswaarden zullen meestal weergegeven worden per 100 ml of 100 gram.
Zo kan je snel zien en berekenen hoeveel procent van een nutriënt er in je product zit.
Een populaire variant is voedingswaarde per portie. Van een product zoals olijfolie zal je immers niet snel 100 ml innemen. Ze geven dan bijvoorbeeld weer wat een meer realistische portie is van het product. Bij koekjes is dat bijvoorbeeld gewoon vaak 1 koekje (bv een portie van 10 gram voor een kleiner koekje).
Let wel op: wat de producent als 1 portie beschouwt komt niet per se overeen met wat jij als 1 portie beschouwt.
‘Ik drink maar 1 glas wijn per dag’ – Amy Schumer
Bij cornflakes bijvoorbeeld neemt men vaak een kleine portie van 25 of 30 gram, terwijl de gemiddelde persoon aanzienlijk meer neemt.
Aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH)
De ADH is een standaardhoeveelheid die aangeeft hoeveel je ongeveer dagelijks van een bepaalde voedingsstof nodig hebt. Je ziet dit vaak staan bij vitaminen en mineralen.
Dit geeft je dus een indicatie van hoeveel die 300 kcal of 20 gram vetten eigenlijk ongeveer zijn door ze te vergelijken met de gemiddelde behoefte.
In dit product zit dus een hoeveelheid calorieën die overeenstemt met 16% van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (2000*).
* 2000 kcal is een schatting van de energiebehoefte van de ‘gemiddelde’ persoon. Het is moeilijk om één referentie te geven die voor iedereen toepasselijk is.
Als je meer wilt weten hierover: Referentie inname
2 De houdbaarheidsdatum
Optie 1 ‘infographic’: Korte samenvatting
Optie 2 filmpje: Filmpje houdbaarheid
Optie 3: tekst
Hoe lang een product houdbaar is, moet op de verpakking te vinden zijn. Zolang de verpakking niet geopend is, kun je het product bewaren tot de houdbaarheidsdatum. Er zijn twee mogelijke aanduidingen:
– THT-datum (ten minste houdbaar tot)
– TGT-datum (te gebruiken tot)
THT-datum
THT staat voor ’ten minste houdbaar tot’. Een THT-datum staat op voedingsmiddelen die niet snel bederven. Na deze datum kan de kwaliteit, zoals smaak, geur of kleur van het product, achteruit gaan. Je kunt het echter vaak nog zonder gevaar eten. De fabrikant garandeert tot de aangegeven THT datum een smaakvol en veilig product.
Houdbaarheidsdatum bier: THT
Op zowel ongekoelde en gekoelde producten kan een THT-datum staan. Hiervoor geldt het volgende:
Ongekoeld met THT-datum: Bij producten die je ongekoeld kunt bewaren gaat vooral de kwaliteit achteruit na de THT-datum. Denk aan meel, koffie, snoep en frisdranken. Deze producten kunnen vaak nog prima gegeten worden na de THT-datum. Het is hierbij belangrijk om zelf te beoordelen of een product nog gegeten kan worden door te kijken, ruiken en proeven.
Gekoeld met THT-datum: Er zijn ook producten met een THT-datum die je gekoeld moet bewaren. Vaak zijn dit bederfelijke producten, zoals vleeswaren (bewerkt), eieren, zachte kaas en gebak. Voor deze producten geeft de THT-datum wel goed aan hoe lang je een product veilig kunt bewaren.
TGT-datum
TGT staat voor ’te gebruiken tot’. Een TGT-datum staat op voedingsmiddelen die je maar kort kunt bewaren, zoals vlees, vis, voorgesneden groenten, koelverse maaltijden of verse vruchtensappen.
Deze datum is de laatste dag waarop je het product nog veilig kunt gebruiken. Na deze datum kunnen er namelijk ziekteverwekkers, zoals bacteriën, te snel gaan groeien. Deze kun je vaak niet zien, ruiken of proeven, maar je kunt er wel ziek van worden. Na de TGT-datum moet je het product dus weggooien.
Houdbaarheidsdatum yoghurt: TGT (Te gebruiken tot = A consommer jusqu’au)
Weetje: Producten waarvan de THT-datum is verstreken, mogen volgens de wet worden verkocht. Als dit gebeurt, zijn alle gevolgen wel op verantwoordelijkheid van de verkoper.
Producten met een verlopen TGT-datum mogen niet meer worden verkocht.
Bewaarinstructie bij TGT-datum
Bij de TGT-datum moet er ook een bewaarinstructie op de verpakking staan. Zet deze producten altijd zo snel mogelijk in de koelkast en stel de temperatuur van de koelkast in op 4 °C.
Door de producten kort na aankoop in te vriezen, kun je de houdbaarheid wel verlengen tot na de TGT-datum.
Producten zonder datum
Er zijn ook voedingsmiddelen waarbij volgens de wet geen houdbaarheidsdatum verplicht is. Voorbeelden zijn:
Verse groenten, aardappelen en vers fruit, niet geschild of gesneden
Vers brood en banket
Wijn en dranken met een alcoholgehalte van 10% of meer
‘Droge’ voedingsmiddelen zoals zout en suiker
Conclusie
Je kan heel veel informatie terugvinden op het voedseletiket. De ingrediënten, de houdbaarheid en de voedingswaarden zijn het interessantste.
Je kan voorkomen dat je een uiterst onaangename voedselvergiftiging of een allergische reactie oploopt en het helpt je je inname in te schatten. Handig!
Ik hoop van harte dat ik je toch een paar zaken heb kunnen bijleren. Als je je kennis nog eens wilt testen: Mini-quiz
Alle feedback is welkom. Was dit te lang? Te schools? Hoe vond je de testjes? Vond je het een meerwaarde om te kunnen kiezen (enkel in deel 2)?
Ik heb ondertussen al een aantal posts gemaakt. Voel je vrij om deze eens te bekijken of een nieuw onderwerp voor te stellen!
Groetjes, Pieter